Grunbergbijbel: Arnon Grunberg leest het Boek de Boeken
Opmerkingen bij het boek Grunbergbijbel: Arnon Grunberg leest het Boek de Boeken
van Arnon Grunberg waarin
hij een bloemlezing geeft uit de Bijbel vooraf gegaan door een inleiding.
Zie ook dit verslag
op www.zoekboekverslag.nl.
Bastiaan de Roos behandelt het boek in
zijn blog artikel "Gods Woord zonder accenten", maar ik vind dat
zijn commentaar niet recht doet aan de introductie van Grunberg door
een aantal uitspraken al te letterlijk te interpreteren.
Ik heb dit boek gekocht op maandag 17 maart 2008 om 17:57:13 bij
De Slegte, Enschede en ik heb het
(voor het eerst) gelezen van 18 tot en met
30 maart 2008.
Op de flaptekst wordt geschreven dat Grunberg als rode lijn het offer
heeft genomen, maar eerlijk gezegd heb ik daar niet veel terug kunnen
vinden. Ook de suggestie de de flaptekst geeft dat Grunberg zijn keuze
steeds toelicht wordt niet echt waargemaakt. Hij plaatst alleen hier
en daar korte opmerkingen, nooit meer dan een paar zinnen en dus als
dusdanig niet echt te beschouwen als een commentaar. Het lijkt er eerder
op alsof hij de lezer zelf wil laten raden naar zijn bedoelingen. Ook
de twee opmerkingen die hij maakt over de boeken Jesaja en Jezus Sirach
vind je binnen de kaft niet echt terug.
Inleiding
In zijn inleiding geeft hij eerst een verdediging van het hoe en
waarom hij er toe gekomen is om een bloemlezing van de bijbel te maken.
In zijn keuze wat betreft het vers dat het Nieuwe Testament
samenvat (Markus 1:17, waarin Jezus zegt: "Kom, volg mij! Ik
zal van jullie vissers van mensen maken") kan ik hem volgen.
Zijn keuze voor het vers voor het Oude Testament uit Prediker
"Beter een levende hond dan een dode leeuw. De toekomst is niets
dan leegte" is iets wat minder voor de hand liggend.
Hij zegt dat zijn enige, magere, maar nobele rechtvaardiging
voor zijn bloemlezing is dat hij hoopt mensen te winnen voor
het heilige boek.
De constatering die hij doet dat de bijbel twee revoluties toont
is niet orgineel. De revolutie van het Oude Testament is het
idee dat er maar één God is. De revolutie van het
Nieuwe Testament is dat het God mens geworden is en dat het
om geloof gaat. Grunberg is echter wel verbaasd over de menselijkheid
van God en hij komt dan ook tot de conclusie dat God het Joodse
volk evenzeer nodig heeft als het volk God. Ook ziet hij de relatie
tussen God en het volk als een problematische relatie.
Over de tweede revolutie merkt hij op dat geloof moeilijk te
meten is, behalve dan misschien door de hoogte van een collecte.
Grunberg schrijft dat hij religieus (joods) is opgevoed, maar
dat de bijbel allang geen heilig boek meer is. Hij acht zich
niet in staat om te geloven, maar zowel met het militante van
het atheïsten als het twijfelen van de agnosten voelt hij
zich niet thuis.
Hij heeft de bijbel gelezen als een literair werk. Hij merkt op
dat religie en kunst uit dezelfde vijver vissen. Hij sluit zijn
inleiding af met de paragraaf:
Voor nu wil ik zeggen: ga heen en vis mensen. Zorg dat ze
met tientallen tegelijk in uw netten verstrikt raken. Maar
hoeveel u er ook opvist, vergeet nooit dat de toekomst leegte
is, en altijd leegte zal zijn.
Genesis
Opvallend in de selectie van Grunberg is vooral dat hij het verhaal
van Jozef in zijn geheel heeft opgenomen. In de stukken
die hij kiest van Abraham en Jakob ontbreken belangrijke
ontmoetingen met God. De vernietiging van Sodom en Gomorra
neemt hij wel op in zijn selectie. Toch vind ik het knap
dat zijn selectie van Genesis leest als een samenhangend
verhaal, behalve dan dat hij bij het commentaar voor 37:1
wel even had mogen noemen dat Jacob de naam Israël
heeft gekregen, want voor iemand die de bijbel niet kent
(en dat is volgens de inleiding toch zijn doelgroep) komt
dit verwarrend over.
Exodus
Hij begint dit hoofdstuk met opmerkingen over God die tot
Mozes spreekt door een brandende doornstruik.
Zelf vind ik zijn opmerking als zou Mozes niet goed kunnen
luisteren wat vreemd, want ik ken maar een verhaal waarin
Mozes niet precies doet wat God hem opdraagt en dat staat
in Numerie 20:8-13. Dit verhaal heeft Grunberg zelf niet
opgenomen in zijn bloemlezing, maar wel Deutronomium 4:21-24,
waarin Mozes het volk de schuld geeft van dat God kwaad op
hem geworden is, en dus impliciet hen de schuld geeft van
zijn opstandigheid. Dus ik begrijp de opmerking van Grunberg
niet helemaal.
Ook in dit hoofdstuk slaagt hij er in om zijn selecties zo
te kiezen dat er een redelijk goed lopend verhaal over blijft,
met als enige uitzondering de overgang tussen 2:1-10 en 3:15.
Mensen die de bijbel niet kennen, zullen niet meteen begrijpen
hoe Mozes in Midjan terecht is gekomen.
Bij zijn selectie 9:13-16 doet hij de rake opmerking dat God
zich hier laat kennen.
Bij 25:1 suggereerd hij dat het hier voor het eerst lijkt
alsof God zijn volk meer nodig heeft dan andersom, zoals hij
in de inleiding al schreef.
Bij 32:1 doet hij de terechte observatie da de behoefte aan
zekerheid de mens opbreekt.
Bij 33:1 constateerd hij dat de liefdestragedie, zoals hij
het noemt, tussen God en zijn volk begonnen is.
Leviticus
De bloemlezing van Grunberg begint pas bij hoofdstuk 11.
Hij slaat dus de lange beschrijvingen van alle soorten
van offers die de priesters moesten doen. Ook de wijding
van Aäron en zijn zonen, slaat hij over. Toch heb ik
de indruk dat zijn selectie wel een evenwichtig beeld
geeft van de regels die God aan zijn volk stelt. Gezien
het feit dat hij in zijn commentaren alleen iets zegt
over mensenoffers, wekt hij de indruk dat hij hier
moeite mee heeft. Uit de opmerking "wie eenmaal aan het
offeren is geslagen vergrijpt zich snel aan een kind,"
blijkt dat hij het ook niet zo op heeft met het brengen
van offers.
Numerie
Grunberg begint zijn bloemlezing met Numerie 5:11-27,
de voorschrift over hoe een jaloerse man moet handelen
als hij vermoed dat zijn vrouw is vreemdgegaan. Ik neem
aan dat Grunberg dit stuk heeft opgenomen omdat het nu
niet echt een voorbeeld is van vrouwvriendelijkheid, dat
je je vrouw zo maar mag onderwerpen aan een proef met
bitter, vloekbrengend water.
Bij 14:20 schrijft Grunberg "Het volk is ongeduring en
wordt weer gestraft." Maar in zijn bloemlezing neemt
hij niet op waar die ongedurigheid nu uit bestond, hetgeen
de indruk wekt dat God in zijn ongeduldigheid straft.
In zijn bloemlezing neemt hij het gehele verhaal van
Balak (22:2-25:3) op. Zou dit zijn omdat in dit verhaal
ook de voornaam van Grunberg, Arnon genoemt wordt in 22:36
als de naam van een rivier? Nee, ik denk toch dat hij
het voornamelijk heeft opgenomen omdat het een mooi
verhaal is. En uit de bloemlezing van Grunberg blijkt
duidelijk dat hij een voorkeur voor verhalen heeft.
Deutronomium
Zijn bloemlezing uit dit boek bestaat uit nog geen
zes pagina's. Niet zo vreemd, want objectief gezien
bevat dit boek niet zoveel nieuws. Grunberg heeft zo
te zien alleen wat in zijn ogen opmerkelijke fragmenten
gekozen. Het langste fragment is dat van 22:13-23:2.
Het laatste vers van dit fragment hoort niet bij de
rest, maar hij heeft het zeker meegenomen omdat er
gesproken wordt over geplette zaadballen. In zijn
commentaar bij 6:4 schrijft hij: "De liefdesrelatie
wordt tragisch." Wel neemt hij het laatste hoofdstuk
over de dood van Mozes in zijn geheel op.
Jozua
Hier besteed hij nog geen anderhalve pagina aan.
Uit het commentaar bij 5:2,3 zou je kunnen opmaken dat hij dit
alleen heeft opgenomen vanwege het voorkomen van het woord
voorhuidenheuvel. Blijkens het commentaar, meent hij in de
verzen 23:6,7 de angst van God voor andere goden te lezen.
Rechters
Grunberg kiest uit dit boek eigenlijk alleen het verhaal van
Simson dat hij in zijn geheel opneemt.
Ruth
Hierover zegt hij dat het een prachtig boek is, maar geeft
een nogal zwakke verontschuldiging waarom hij het niet in zijn
geheel opneemt.
1 Samuël
Dit is natuurlijk een boek vol met zeer ingrijpende verhalen.
Het is moeilijk om er een goede keus uit te maken en ik heb
ook niet het gevoel dat het echt gelukt is. Er vallen een
aantal grote gaten waardoor de verbinding tussen de gekozen
stukken onbegrijpelijk wordt voor de buitenstaander.
Over de geschiedenis van Samuël, eigenlijk toch een van
de hoofdpersonen van dit boek, neemt hij alleen de twee verzen
over het gebed van Hannah op. (En de gemiddelde lezer zal
waarschijnlijk ook niet dit verband leggen.) Hij neemt wel
het verhaal van de roeping van Saul uit hoofdstuk 9 op. Dan
slaat hij vijf hoofdstukken over en gaat verder met 15:10,11
waarin we lezen dag God zijn keuze betreurt. Dan schijft
Grunberg als commentaar voor 16:14-23 (het stuk waarin David
op de harp komt spelen om de kwade geest in Saul te verjagen)
"Net als Mozes kan ook Saul de onvoorwaardelijke liefde van
God niet beantwoorden." Dit commentaar is om meerdere reden
opmerkelijk. Ten eerste om het idee dat de liefde van God
onvoorwaardelijk is. Het idee dat God onvoorwaardelijk
liefheeft komt niet echt naar voren in de Oude Testament.
Zeker als we in het laatste hoofdstuk van Deutronomium
(dat Grunberg ook op heeft genomen in zijn bloemlezing)
hebben gelezen dat God zeer vertrouwlijk met Mozes omging,
lijkt het me er op dat Mozes wel in staat is geweest de
liefde van God te beantwoorden. Ten derde omdat ik denk dat
het falen van Saul niet zo zeer gelegen is in zijn onvermogen
om de onvoorwaardelijke liefde van God te beantwoorden, maar
meer in dat hij vrees heeft voor de mensen.
Natuurlijk kan Grunberg niet voorbij gaan aan het verhaal van
David die Goliat verslaat en daarbij zijn intrede doet in
het verhaal. Ook neemt hij 19:1-11 op en schrijf daarbij
dat het een overgetelijke scene is. Hij doet de treffende
observatie dat de troost onverdragelijker is dan de pijn.
Tenslotte neemt hij het verhaal op van Saul die zijn
behoefde gaat doen (zo staat het letterlijk in de nieuwe
bijbelvertaling) in de spelonk waarin David en zijn mannen
zich verscholen hebben.
2 Samuël
Grunberg kiest uit dit boek maar twee stukken voor zijn
bloemlezing. Het eerste is aan het begin aan het boek,
waar David tijding krijgt van de dood van Saul. Het tweede,
hoe kan het anders, een deel uit het verhaal van David en
Batseba. Het commentaar dat Grunberg geeft op dit stuk
wekt de suggestie dat Badseba een actieve rol heeft gehad
in de verleiding en ook dat dit David naar zijn ondergang
heeft geleidt. Bij beide punten kan men vraagtekens plaatsen.
1 Koningen
De bloemlezing uit dit boek omvat net iets meer dan drie
pagina's. Het verhaal van de twee hoeren en de gestorve
kind kon natuurlijk niet ontbreken. Ook neemt hij het
stuk op waarin Salomo vraag om wijsheid en niet om rijkdom
en een lang leven, maar die beide er ook bij krijgt. Tenslotte
ook het stuk over hoe hij aan het eind van zijn leven toegeeft
aan zijn vrouwen en offert aan vreemde goden. In dit opzicht
een geslaagde selectie vind ik.
2 Koningen
Van dit boek kiest Grunberg maar drie stukjes en vult hij
minder dan drie pagina's. Maar deze sutkjes vormen wel een
goed beeld van, zoals hij het in een commentaar zegt, de
cyclus van trouw en ontrouw, straf en verzoening, zonde
en berouw. Ik kan mij niet vinden in de toevoeging dat
deze cyclus verslavend blijkt te zijn.
1 Kronieken
Een vers slechts, maar wel een belangrijk vers. Helaas is
het wel lichtelijk uit zijn context gehaald, want het is
wel belangrijk om te weten dat de ark van God nog in een
tent vertoefde omdat God David had verboden om de tempel te
bouwen.
2 Kronieken
Twee pagina's maar, over de inwijding van de tempel door
Salomo en de beschrijving van de troon van Salomo, die
wel mooier lijkt dan de tempel. Wellicht dat dit wel een
goede observatie is.
Ezra
Dit boek heeft Grunberg niet opgenomen in zijn
bloemlezing.
Nehimia
De bloemlezing omvat minder dan een pagina. Eerlijk gezegd
denk ik dat het voor een buitenstaander moeilijk te plaatsen
is, omdat niet duidelijk is wat de context van het verhaal is.
Ester
Dit is het enige boek dat Grunberg in zijn geheel opneemt.
Heel begrijpelijk omdat dit boek van alle boeken nog het
meest leest als een roman. (Dit geldt ook zeker voor het
boek Ruth, maar dat verhaal is veel minder dramatisch.)
Ik heb dit zelf ook altijd een prachtig verhaal gevonden,
op een bepaalde manier zelfs zeer humorvol, hoe precies alles
wast de vijanden van het Joodse volk beraamd hebben te niet
gedaan wordt. Ik denk dat Grunberg dit verhaal al kende
vanuit zijn opvoeding omdat dit boek op het Poeriem (Lotenfeest)
gelezen wordt.
Job
In het commentaar waar Grunberg dit boek mee begint, zegt hij
dat dit verhaal een van de hoogtepunten uit de bijbel is. En
ook dat de klacht van Job universeel is. Het is niet eenvoudig
om een bloemlezing van Job te maken omdat het grotendeels uit
poëzie bestaat en de onderwerpen verschillende malen
vanuit meerdere standpunten belicht worden. Toch heeft het
boek een duidelijke structuur, bestaand uit een inleiding,
drie cycli van afwisselende toespraken tussen Job en zijn
"vrienden", een tweegesprek met God en een afsluiting.
Grunberg volgt deze structuur vrij nauwgezet met de uitzondering
dat hij een aantal toespraken van de vrienden weglaat en
wel de eerste toespraak van Sofar, de tweede en derde toespraak
van Bildad weglaat, en de derde van Elifaz. Van het laatste kwart
van het boek laat hij veel weg, vooral van het antwoord van God.
Over 7:8 (Het oog dat op mij gericht is, zal niets zien: u kijkt
naar mij, maar ik zal er niet zijn) maakt hij de opmerking
"Daar is ze, de moderniteit". Ik vraag me af of deze opmerking wel
terecht is, omdat zowel uit het voorgaande als het volgende vers
opgemaakt kan worden dat Job hier spreekt over het dood zijn.
Ook de opmerking "De wormen zijn moeder en zuster voor de mens"
bij vers 17:14, begrijp ik niet helemaal. Het is duidelijk dat
dit overdrachtelijk bedoelt is.
Ik krijg de indruk dat Grunberg zich bij zijn select meer heeft
laten leiden door de vorm dan door de inhoud van de tekst. Een
aantal keren selecteerd hij een paar losstaande verzen. Dit leidt
soms tot wat verwarrende overgangen. Maar ondanks dit alles vind
ik dat zijn bloemlezing wel een goede indruk geeft van het
volledige boek en dat hij geen elementen weglaat die de essentie
geweld aan doen. (Het heeft mij er althans toe aangezet om het
boek Job te bestuderen.)
Psalmen
Het is duidelijk dat Grunberg niet veel heeft met de psalmen,
want zijn bloemlezing van dit door velen zeer geliefde boek
beslaat net iets meer dan een pagina en ik krijg de indruk
dat hij zich bij zijn selectie heeft laten leiden door zijn
gevoel en die stukjes heeft gekozen die hij opmerkelijk vond.
Toch verbaasd het mij niet geheel dat iemand zoals hij, die
toch duidelijk een verhalen verteller is, niet zoveel heeft
met de psalmen.
Spreuken
Ook bij dit boek komt Grunberg, waarschijnlijk vanwege gelijksoortige
reden, niet verder dan anderhalve pagina. Ondanks dat zijn
selectie klein is, is deze wel representatief voor het boek.
Prediker
Ook dit boek beschouwt Grunberg als een hoogtepunt, hetgeen
ook blijkt uit het feit dat hij het boek bijna helemaal
opneemt in zijn bloemlezing. In dat opzicht is het dus
interessant om te kijken naar wat hij juist niet opneemt.
In de perikoop die in de NBG bijbel aangeduid wordt met "Dien God
met eerbied", laat hij de delen weg die gaan over ijdel
gepraat en over het maken van een beloften aan God.
In de perikoop "De ware wijsheid" laat hij een tweetal stukken
weg. Het eerste stuk gaat over dat het beter is om naar de
wijze te luisteren dan naar de dwaas en over dat lankmoed
beter is dan hoogmoed. Het tweede gaat over dat
niemand recht kan maken wat God gebogen heeft en dat God
ook de kwade dag gemaakt heeft.
In de perikoop "De mens kan het Godsbestuur niet doorgronden"
laat hij het stuk weg dat handeld over dat het goddeloze
soms goed gaat en rechtvaardige het kwade treft.
Het lijkt er haast op dat hij deze stukken weg laat omdat hij
vindt dat ze moraliserend zijn en naar zijn inzien niet passen
bij de stijl van het boek.
De perikoop "Tweeërlei koning" laat hij ook weg. Deze
perikoop gaat er over hoe de aard van de koning van een
land bepaalt hoe het met het land gaat. Ik kan me voorstellen
dat hij dat een vreemde gedachtegang vind.
Tenslotte laat hij het laatste deel van de perikoop "Gedenk
uw Schepper in uw jeugd" dat het verval van het lichaam in
de ouderdom op een dichtelijke manier beschrijf, weg.
Hooglied
Nadat ik zijn bloemlezing had gelezen, had ik het idee
dat hij alleen een stukje in het midden had overgeslagen.
Dat bleek echter niet het geval te zijn. Ik denk dat de
twee stukjes die hij gekozen heeft een goede samenvatting
van het boek is.
Jesaja
Van dit toch wel lange boek neemt Grunberg drie pagina's aan
verzen op. Voor 24:1-3 schrijf hij: "En weer is daar het
visioen, de dreiging van de totale vernietiging. De liefde
eindigt met de verschroeide aarde." Ergens is deze zin wel
tekenend voor de selectie die hij heeft gemaakt, afgezien
misschien van het vers 54:1 waarmee hij afsluit.
Hinderlijk vind ik ook zijn selectie van 1:10-12 omdat de
verzen die volgen, die hij niet opneemt, het geheel in ander
daglicht plaatsen. Nu klinkt het alsof God het volk verwerpt,
terwijl God in feite naar hen hart verlangt.
Of het bewust is of niet, maar zijn bloemlezing bevat ook
geen enkel vad de profetieën over Jezus. Jesaja kan in
dit opzicht gezien worden als het "verbindende" boek tussen
het oude en het nieuwe testament.
Jeremia
Voor dit boek komt hij niet verder dan anderhalve pagina.
Het grootste fragment is 3:1-5. Hierbij plaatst hij als
commentaar de opmerking: "De vicieuze cirkel van de
liefde." Eerlijk gezegd lees ik dit net helemaal in dit
stuk, dat naar mijn inziens gaat over huichelachtigheid.
Jeremia is zeker een nog somberde boek dan Jesaja, maar
er zitten ook wel hoopvolle elementen in. Opnieuw neemt
Grunberg hier niets van op.
Klaagliederen
Dit relatief korte boek, wat een beetje een vreemde plaats
in neemt tussen alle profeten, laat hij buiten beschouwing
in zijn bloemlezing.
Ezechiël
Van dit toch zeer complexe boek, neemt Grunberg ongeveer
anderhalve pagina op in zijn bloemlezing. Hij plaatst ergens
als opmerking dat de verbeeldingskracht van de profeten die
van Markies de Sade nadert. Dit is voor het stukje waarin
Ezechiël de opdracht krijgt gerstenbrood te bakken op
menselijke uitwerpselen. Het gebruik van uitwerpselen van
dieren als brandstof is niet ongebruikelijk bij sommige
nomade stammen.
Grunberg neemt niets op uit de laatste hoofdstukken die
gaan over de beloften voor de toekomst, het herstel van
Israël en de tweede tempel.
Daniël
In Daniël staan veel wonderlijke en indrukwekkende
verhalen. Waaronder het meest bekende verhaal, dat van
Daniël in de leeuwenkuil. Dit verhaal neemt hij niet
op, wellicht omdat hij een gelijksoortig verhaal uit het
deutroconieke boek "Toevoegingen aan Daniël" wel opneemt.
Zijn bloemlezing bestaat grotendeels uit het verhaal "De droom
van Nebukadnessar." Hij laat hieruit echt wel het lofgebed van
Daniël weg. Hij laat dit verhaal vooraf gaan aan een paar
introducerende stukjes. Zijn bloemlezing omvat iets meer
dan vier pagina's.
De kleine profeten
De zogenaamde kleine profeten omvatten de boeken
Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum,
Habakuk, Sefania, Haggai, Zacharia en Melachi. Van de
meeste van deze boeken neemt hij niets op in zijn
bloemlezing.
Jona
Het boek Jona is het derde boek dat Grunberg (vrijwel) in
zijn geheel opneemt in zijn bloemlezing. Heel begrijpelijk
omdat het boek als een verhaal leest en het ook nog eens
een bekend en wonderlijk verhaal. Opmerkelijk is echter,
dat Grunberg vier verzen, de tweede helft van het gebed
van Jona in de buik van de vis weglaat. Is het omdat deze
vier verzen een "herhaling" zijn van de eerste helft?
In zijn bloemlezing in het boek Daniël liet hij ook
al een deel van een gebed weg.
Habakuk
Van Habakuk neemt hij alleen de verzen 3:17,18 op. Deze
verzen zijn ook mijn lievelingsverzen.
Deutrocanonieke boeken
De deutrocanonieke boeken worden niet door iedereen als
onderdeel van de bijbel beschouwd. Dit geldt ook voor
de (meeste) protestante christenen. Ik geloof dat ook
de meest joden ze niet beschouwen als dusdanig.
De Grunbergbijbel is mijn eerste kennismaking met (delen van)
de deutrocanonieke boeken. Mijn allereerste reactie is
dat ik blij ben dat ze niet tot de canonieke boeken
behoren, want ik vind de kwaliteit beduidend lager.
Judith
De bloemlezing van Grunberg omvat bijna 12 pagina's.
Grunberg heeft het waarschijnlijk opgenomen omdat het
een een iets wat absurd verhaal is.
1 Makkabeeën
Hier citeerd hij slechts twee veren uit en laat deze
vooraf gaan aan het commentaar dat de strijd tegen de
Grieken soms merkwaardige vormen aanneemt. Inderdaad!
2 Makkabeeën
Van dit boek selecteerd hij iets meer dan zeven
pagina's. Grunberg begint met de opmerking dat het
schrijven over het schrijven een oude kwaal is
en dat de bijbel er niet vrij van is. Dat laatste
geldt natuurlijk alleen voor hen die de deutrocanonieke
boeken als canoniek beschouwen, want ik kan me niet
herinneren dat dit ergens in de canonieke boeken
gebeurt. Ik moet zeggen dat ik het ronduit lachwekkend
vind, de introductie en de conclusie zijn van het niveau
dat je soms ook aantreft in een clubblaadje. En zeker
als je het vergelijkt met de gruwelijke en bizarre
verhalen van de rest van het boek, dan slaat het als
een tang op een varken. Ik vermoed dat dit is ook
de reden waarom Grunberg deze heeft opgenomen in zijn
bloemlezing.
Wijsheid van Jezus Sinach
Hier selecteerd Grunberg een vijftal op zichzelf
staande verzen. Ik vermoed dat dit boek lijkt op
het boek Spreuken en dat het dus bestaat uit een
verzameling van korte wijze uitspraken.
Toevoegingen aan Daniël
Grunberg neemt een deel van de derde toevoeging op.
Het betreft hier een tweede verhaal van Daniël
in de leeuwenkuil. De profeet Habakuk speelt er
ook nog een rol in.
Het Evangelie volgens Matteüs
De bloemlezing van dit evangelie omvat 28 pagina's.
Van de rest van het nieuwe testament neemt Grunberg
maar ongeveer 19 pagina's op. Van een Elftal boeken
(Efesiërs, Filipenzen, Kolossen, 1 en 2
Tessalonicenzen, 1 en 2 Timoteüs, Filemon,
2 en 3 Johannes) neemt hij niets op in zijn bloemlezing
en van een vijftal boeken (Titus, Jakobus, 1 en 2 Petrus,
1 Johannes) maar een enkel of een paar verzen.
Opmerkelijk is dat Grunberg in zijn bloemlezing veel
opneemt van wat Jezus spreekt en weinig van de
genezingen en wonderen die hij heeft verricht. Van
het geboorte verhaal neemt hij enkel het eerste
deel van het stukje over de wijzen uit het oosten op.
Hij eindigt zijn bloemlezing bij het sterven van
Jezus aan het kruis. Ook in zijn bloemlezingen van
de andere evangelie neemt hij niets van de opstanding
op.
Hij neemt in zijn bloemlezing het verhaal van Johannes
de doper, de doop van Jezus en de verzoeking in de
woestijn op. Ook neemt hij de bergrede op, maar laat
daar een aantal stukjes uit weg. Dit zijn de stukjes
over de discipelen en de wereld, over bezorgdheid en
over gebedsverhoringen. Hij plaatst voor deze bloemlezing
een opmerking waarin hij suggereert dat Jezus een derde
persoon is die de problematische relatie tussen God en
zijn volk komt herstellen. Het neemt ook de genezing
van de melaatse volgend op de bergrede op in zijn
bloemlezing. Dit is de enige genezing die hij in zijn
geheel opneemt.
Uit het middelste deel van het evangelie neemt hij
een aantal stukken op, waaronder de verheerlijking
op de berg. Dit gaat opnieuw vooraf met een opmerking
waarin Jezus gezien wordt als redder van de ongezonde
liefdesrelatie.
Hij laat zijn bloemlezing van het lijdensverhaal
beginnen bij het laatste deel van hoofdstuk 25 over
het oordeel van de Zoon des mensen. Voor het stuk
over het instellen van het avondmaal, plaatst hij
een opmerking met daarin de zin: "Het monotheïsme
doet een stapje terug." Deze lijkt me enigzins ironisch
bedoelt, omdat uit het volgende blijkt dat het slaat
op het feit dat Jezus zijn lichaam in de vorm van een
brood deelt. Uit het lijdensverhaal laat hij het bidden
van Jezus in Getsemane weg. Alhoewel het niet essentieel
is voor het lijdensverhaal in geschiedkundige zin, is
het toch een van de hoogte punten in het verhaal.
Het evangelie volgens Marcus
Hiervan neemt Grunberg drie paar verzen op die iets
meer dan een halve pagina beslaan. Waarschijnlijk heeft
hij deze gekozen omdat Jezus een in zijn ogen
opmerkelijke uitspraak doet.
Het evangelie volgens Lucas
Zijn bloemlezing beslaat nog geen twee bladzijdne
en bestaat uit een zevental stukjes. Het eerste is
de zaligspreking die lijkt op welke hij ook al opnam
in zijn bloemleing van Matteüs. Voor het citaat
van vers 12:49 schrijf hij: "De verlosser is niet alleen
een profeet van liefde. Zijn vuur is gaan branden."
Het evangelie volgens Johannes
De bloemlezing beslaat bijna drie pagina's en bestaat
uit vier wat langere stukken en het laatste vers.
Hij maakt voor het tweede stuk de opmerking: "Het
geloven wordt belangrijk." De stukken die hij gekozen
heeft, zijn volgens mij allemaal stukken die niet
in een van de andere evangelieën voorkomen.
De handelingen van de apostelen
De bloemlezing van Grunberg beslaat twee pagina's
waarbij het grootste gedeelte ingeruimt wordt door
het bekeringsverhaal van Paulus. Dit is gezien het
feit dat een groot deel van het nieuwe testament,
en dan vooral het meeste theologische deel, door
Paulus geschreven is, zeker een goede keuze.
De brief aan de Romeinen
Zijn bloemlezing beslaat drie en halve pagina.
Het grootste deel bestaat uit het tweede hoofdstuk
waarin Paulus betoogt dat de wet en de besnijdenis
de Joden niet baat. Een christen had veeleer gekozen
voor het opnemen van het derde hoofdstuk dat handelt
(voor de heidenen) zo centrale boodschap van rechtvaardiging
door geloof in Jezus Christus. Voor iemand die het
nieuwe testament leest vanuit de ogen van (of volgend
op) het oude testament en die zelf een Joodse achtergrond
heeft, is dit echter helemaal geen vreemde keuze.
Overigens klinkt de boodschap van de rechtvaardiging
door geloof wel door in de losse verzen die hij kiest
uit de volgende hoofdstukken.
Dat hij het betoog van Paulus hier en daar ingewikkeld
vindt, blijkt wel uit het commentaar tussen de verzen
4:15 en 5:13 waarin hij uitroept: "Hier wordt het Kafka."
De eerste brief aan de Kortintiërs.
De bloemlezing bestaat uit iets meer dan drie pagina's.
Hij sluit zijn bloemlezing af met het bekende hoofdstuk
over de liefde. Hij neemt ook het stuk over hoererij
en over de intieme omgang tussen man en vrouw op.
De tweede brief aan de Kortintiërs.
De bloemlezing beslaat nauwlijks anderhalve pagina.
Vrijwel alle opgenome verzen hebben te maken met de
collecte. Hij plaatst opmerkingen als "Geloof, hoop
en liefde maar a.u.b. wel een collecte" en "Gratis is
onrechtvaardig." Zijn selecte maakt wel een beetje
een karikatuur van deze brief omdat die over heel wat
meer gaat dan alleen de collecte die overigens niet
voor Paulus zelf, maar de gemeente in Jeruzalem is.
De brief aan de Galaten
De bloemlezing van Grunberg bestaat uit iets meer
dan een halve pagina. Hij neemt alleen twee stukken
uit het derde hoofdstuk op en plaatst daarbij de
kernachtige opmerking: "Het geloven komt de wet
vervangen."
De brief aan de Efeziërs
Niet opgenomen in de bloemlezing.
De brief aan de Filipenzen
Niet opgenomen in de bloemlezing.
De brief aan de Kolossen
Niet opgenomen in de bloemlezing.
Eerste brief aan de Tessalonicenzen
Niet opgenomen in de bloemlezing.
Tweede brief aan de Tessalonicenzen
Niet opgenomen in de bloemlezing.
Eerste brief aan Timoteüs
Niet opgenomen in de bloemlezing.
Tweede brief aan Timoteüs
Niet opgenomen in de bloemlezing.
De brief aan Titus
Grunberg neemt hier een enkel vers op dat gaat over
reinheid en dat in zeker opzicht een tautologie is.
De brief aan Filemon
Niet opgenomen in de bloemlezing.
De brief aan de Hebreeën
Hij neemt van dit boek in totaal drie verzen, twee
uit het tweede hoofdstuk en een uit het vijfde hoofdstuk.
Voor de eerste twee verzen plaatst hij een opmerking
waarin hij suggereerd dat een gevolg van de menswording
van de zoon van God als aanleiding gelezen kan worden.
Door deze "omdraaing" maakt hij het enigszins belachelijk.
Dit word, wellicht onbedoelt, nog iets versterkt door
het volgende vers dat hij opneemt dat luidt: "Hierover
valt nog veel te zeggen, maar het is moeilijk aan u
uit te leggen, omdat u traag van begrip bent geworden."
De brief van Jakobus
In zijn bloemlezing neemt hij een vers op uit dit boek.
Eerste brief van Petrus
In zijn bloemlezing neetm hij een kort vers op uit dit boek.
Tweede brief van Petrus
Uit dit boek neemt hij twee verzen op in zijn bloemlezing.
Eerste brief van Johannes
In zijn bloemlezing neemt hij twee verzen op die gaan
over dat liefde en angst elkaar uitsluiten. In zijn
commentaar geeft hij aan dat dit mogelijk ook slaat
op de relatie tussen God en Zijn Volk die volgens hem
door angst en wantrouwen wordt gekenmerkt.
Tweede brief van Johannes
Niet opgenomen in de bloemlezing.
Derde brief van Johannes
Niet opgenomen in de bloemlezing.
De openbaring van Johannes
De bloemlezing van dit laatste boek van de bijbel omvat
net iets meer dan twee pagina's waarvan het grootste
deel bestaat uit viertien verzen uit hoofdstuk 17,
"Het oordeel over Babylon", waarmee hij begint. In een
commentaar aan het begin schrijft hij: "De visioenen van
de Apocalyps zijn heerlijk."
Hij maakt ook nog een opmerking waaruit blijkt dat hij
niet begrepen heeft dat het lam in dit boek een voorstelling
is van Jezus Christus.
Gelezen boeken |
Thuis pagina